Leven als God in de Kempen

voor een zomers campinggevoel hoef je het niet ver te zoeken 

Om het gevoel te hebben dat je in Frankrijk zit, hoef je helemaal niet ver te rijden. Op een zomerse dag waan je je in de Lilse Bergen in de streek Les Landes, ten zuiden van Bordeaux. Dennenbomen en vennen vind je in de Kempen namelijk ook. En laat er nog een camping in de buurt zijn met een Nederlandse uitbater ook. Bingo.

Veel mensen zullen de zomer in eigen land doorbrengen. Daarom ging reporter Maaike Floor vast op prospectie naar plekken waar je je in het buitenland waant. Want zo’n vleugje Italië, Japan of Zweden geeft je staycation in België nét dat beetje meer.

Er zijn wel meer verschillen tussen Nederlanders en Belgen, maar één verschil is waarschijnlijk het camping-gen. Wetenschappelijk nog niet aangetoond, maar wie al eens in Frankrijk heeft gekampeerd en in zijn beste Frans aan de eigenaar is gaan vragen of er nog plaats is voor een tentje, kreeg misschien wel als antwoord: “Tuurlijk, zoek maar een lekker plekkie.” 

Kamperen in Frankrijk betekent dus niet zelden: kamperen op een Nederlandse camping in Frankrijk. Of je dat nu leuk vindt of niet. Dus ga ik gewoon op zoek naar een Nederlandse camping in de Kempen om het Frankrijk-gevoel op te roepen. Even speuren leidt al snel tot het gewenste resultaat. Mark van Ringelenstijn nam drie jaar geleden camping Siësta in Lille over. Ideaal. 

Als ik er aankom, blijken er vooral caravans te staan, maar dat mag de pret niet drukken. “Er is één veld waar de stacaravans langzamerhand zullen verdwijnen. Ik heb er twee safaritenten gezet en daar zullen er in de toekomst nog wat meer bij komen”, legt Mark uit. “Als er mensen met een tentje of een mobilhome komen, kunnen ze daar ook overnachten. In het weekend is er op dat stuk van het terrein ook een barretje open waar je wat tapas kunt bestellen.

Vandaag is er een koppel uit Brugge neergestreken op het veldje. Marnix Vandewalle en Trui Vanrobays hebben vandaag rondgetoerd in de buurt en hebben de barbecue net aangestoken. Ze nodigen ons uit voor een aperitief met – Franser kan niet – een glas Pastis. “Eigenlijk zouden we naar Sulawesi gaan, maar nu zitten we hier”, vertelt Trui. Heel erg vinden ze het niet. Sulawesi komt later wel en Marnix heeft nog een citytrip naar Mechelen in het vooruitzicht. “Een weekendje Budapest kon namelijk ook niet doorgaan. Geen probleem, in eigen land kunnen we ook reizen.”

De vaste gasten met hun eigen caravan komen het liefst ieder weekend naar Lille. Kees en Irene Lokker uit Goeree-Overflakkee (Zeeland) zorgen voor de Nederlandse klanken. “Naar Frankrijk? Onzin, je zit hier toch net zo goed.” Er is ook een grote delegatie uit Deurne aanwezig (havenarbeider Paul, Caroline en haar man) en Zoersel (Günther en Savannah). Het plan is om samen te petanquen en ook al ligt er ergens op de camping een petanquebaan, de stamgasten zweren bij de bosweg die vol hobbels en kuilen zit. Petanque met handicaps, waarom niet. 

Ook campingeigenaar Mark, zijn vrouw Mariska en de kinderen Romy (12) en Noah (9) doen mee. “Ons leven is helemaal veranderd sinds we de camping hebben overgekocht”, vertelt Mark. “We hebben er echt goed aan gedaan en de kinderen voelden zich hier ook snel thuis. Vroeger ging ik als verkoper in de ICT werken in pak en das, nu loop ik hier op mijn slippers rond. We zijn ook meer samen als gezin. We steken de barbecue aan ’s avonds, maken een vuurtje, een biertje erbij, dan heb je meteen een vakantiegevoel. Elke dag opnieuw.” 

Marks schoonouders hebben ook een plekje op de camping. “De ruimte die je hier hebt, vind je in Nederland niet”, zegt Ina Pille beslist. “Er hangt hier een gezellige dorpse sfeer en de Lilse Bergen, met dat blauwe water, vind ik prachtig. Maak daar een foto van en je denkt dat het Hawaï is.” Een beetje overdrijving kan geen kwaad, een vakantieganger ziet alles het liefst door een roze bril.

Mariska blijkt een natuurtalent te zijn in petanquen, ze wint het spel overtuigend. Geen rancune, er wordt een fles rosé open getrokken en wat nagepraat over de band die de vakantiegangers hebben met het caravanpark en met elkaar. Caroline Colpijn komt er al bijna dertig jaar. “Mijn kinderen zijn hier groot geworden en mijn dochter heeft ondertussen zelf een caravan op het terrein.” De rust, de geur van dennenbomen, de kinderen die hier geen spelcomputer nodig hebben om zich te vermaken, de avonden samen in het barretje. De conclusie: “Zelfs als het regent, heb je nog een vakantiegevoel.